Beweeg ik nog genoeg? Welke bewegingen moet ik blijven herhalen? Ik zou meer willen bewegen, maar durf niet meer niet zo goed. Ik merk dat mijn beweeglijkheid achteruit gaat. Er is zoveel aanbod, maar wat is nu het beste voor mij om te gaan doen? De kernvraag is wat mij betreft, zowel voor de jeugd, volwassenen als ouderen: Wat beweegt jou?
Al snel na onze geboorten trappelen we met onze voeten en maken ons een aantal basis bewegingen eigen. Via het omdraaien gaan we kruipen, daarna voorzichtig staan en zetten vervolgens de eerste stappen. Ontdekken vanuit intrinsieke motivatie en gestimuleerd door mensen om ons heen. We ontwikkelen bewegingen en ontvangen positieve feedback. Gedreven door groei en het opdoen van nieuwe ontdekkingen worden we bewust van onze mogelijkheden. We ervaren vooruitgang, waardering en een toename van zelfstandigheid. En juist die ervaringen lijken bij het ouder worden af te nemen. Zelfstandigheid betekent voor ouderen niet alleen in een eigen huis wonen, maar ook het behouden van de regie over het eigen leven, onderdeel zijn van de wijk en deelnemen aan activiteiten. Als dat moeilijker gaat vanwege gezondheidsproblemen of afname van mobiliteit (in de vorm van beweeglijkheid) dan hebben ouderen ondersteuning en zorg nodig van hun buren, familie, professionals en algemene voorzieningen (IVM, loketgezondleven.nl).
Fysieke belemmeringen die ouderen bij het bewegen ervaren, zijn vaak een reden om niet of minder te bewegen dan gewenst. Maar ook in mentale beperkingen kunnen belemmeringen liggen. Daarnaast zijn er ook psychische en cognitieve aandoeningen die er voor kunnen zorgen dat ouderen geen initiatief meer nemen om te bewegen. Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat de Nederlandse beweegrichtlijn voor ouderen, minstens 150 minuten per week matig intensieve inspanning verrichten over meerdere dagen, gehaald gaan worden?
Dit is mogelijk door een combinatie van verschillende factoren:
• breder kijken naar het beweegpatroon van ouderen
• meer onderzoek doen naar de effecten van bewegen
• inzicht geven in de noodzaak van bewegen
• motivatie onderzoek doen bij de ouderen
• door het ontwikkelen van gepersonaliseerde beweegprogramma, maar ook onszelf durven af te vragen – wat beweegt mij en voor wie beweeg ik? Wat zorgt ervoor dat ik ga bewegen en hoe kan ik die ervaring inzetten in het helpen bewegen van ouderen.
Naarmate we ouder worden zullen we meer uitdagingen moeten zoeken, meer dingen moeten ondernemen dan vroeger, anders gaan we achteruit. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat ouderen met inspannende bewegingen remmingen in het frontaal lob van de hersenen ontwikkelen. Activiteiten zorgen voor een remmend vermogen waardoor we als het ware niet alles in ons brein opnemen. Daardoor houden we focus en creëren daarmee ruimte in onze hersenen zodat niet alles ongefilterd tot ons komt. Zie voor gedetailleerde uitleg van Hoogleraar Klinische Neuropsychologie Erik Scherder dit filmpje.
Veel ouderen die regelmatig bewegen geven aan dat juist dit bewegen ervoor zorgt dat ze samen komen. Gezelligheid, saamhorigheid , een stok achter de deur en zoals Hoogleraar Erik Scherder ook zegt het bouwen van een historie.
Er zijn ook diverse factoren aan te wijzen die gebruikt worden om minder tot niet te bewegen. Wanneer er echter aandacht voor de oudere zelf is zijn we volgens mij ook beter in staat om hen letterlijk en figuurlijk in beweging te zetten.
Randvoorwaarden zoals tijd, locatie, afstand, en geld zijn vanzelfsprekend van belang. Ook een negatieve houding ten aanzien van bewegen, een gebrek aan motivatie, of het ontbreken van inzicht in de noodzaak en het effect van het bewegen, verklaren het beperkte beweeggedrag voor een deel van de ouderen. Deelname aan specifieke beweegprogramma’s die voorzien in de individuele behoefte en een stimulans zijn om te bewegen kunnen daarbij ondersteunen. Laagdrempelig en direct in de woon- leefomgeving van de ouderen zelf.
Vanuit persoonlijk contact kan er gekeken worden naar de kracht en (eigen)-waarde van de oudere, wat de basis kan zijn voor het (beweeg)programma. De laagdrempeligheid van een nabije locatie in combinatie met de onderlinge ondersteuning en support naar elkaar toe, maakt het mogelijk dat de ouderen in beweging komen. In eerste instantie middels reeds bestaande beweegprogramma’s maar ook in co-creatie met de ouderen door het ontwikkelen van nieuwe beweeg mogelijkheden. Samenwerking met lokale partners, zoals bijvoorbeeld een onderwijsinstituut draagt bij tot een inclusieve samenleving waarin waarde naar elkaar toe ontstaat. In het geval van onderwijs ontvangen jongeren op een concrete en praktische manier lessen in het ouder worden.
Concreet antwoord op de vraag, wat beweegt jou? Uiteindelijk: Jij zelf!